Ik weet niet hoe het bij jou zit, maar als ik naar reisprijzen voor 2026 kijk, denk ik soms : *serieus… moet ik daarvoor een tweede baan nemen ?* Gelukkig zijn er nog plekken waar je niet meteen je hele spaarrekening hoeft open te breken. En hoe langer ik reisadvies schrijf, hoe meer ik merk dat de echte “budgetparels” niet per se de landen zijn met de laagste prijzen, maar wel die waar je ándere keuzes maakt : andere steden, andere seizoenen, andere manieren om rond te reizen.
Voor ik verder ga : veel reizigers vragen me waar ze lokale, niet-commerciële info kunnen vinden. Persoonlijk check ik vaak gewoon regionale of culturele sites (zoals https://baseregionale-etampes.fr) om een gevoel te krijgen voor hoe een plek leeft. Je leert er soms meer uit dan uit tien glossy reisbrochures. Maar goed – laten we duiken in de bestemmingen.
1. Portugal – maar dan buiten de kustklassiekers
De Algarve is prachtig, tuurlijk, maar in 2026 wordt het daar waarschijnlijk nóg drukker. Ik zou eerder richting Alentejo trekken : rustige dorpen, wijngaarden waar je nog gewoon met de wijnmaker kunt praten, en prijzen die je niet laten schrikken. Een maaltijd in een taverna kost er vaak nog rond de €10–€12. Heerlijk toch ?
2. Bulgarije – verrassend veelzijdig
Ik blijf me verbazen hoe weinig mensen Bulgarije op de radar hebben. Sofia voelt een beetje rauw, een beetje charmant, en lokaal eten (shopska-salade !) is echt spotgoedkoop. De Rila-bergen zijn perfect als je graag wandelt zonder files van hikers.
3. Marokko – buiten Marrakech wordt alles rustiger én goedkoper
Marokko is geen geheimpje meer, maar als je richting Taroudant of Ouarzazate gaat, krijg je dat warme “jahoor, hier kan ik even ademen”-gevoel. Een riad hoeft er echt geen vermogen te kosten.
4. Albanië – de underdog van de Balkan
De stranden aan de Albanese Riviera blijven betaalbaar, zeker buiten juli en augustus. En eerlijk : ik heb zelden zo’n vriendelijke ontvangst gehad als in Gjirokastër. Vraag je je af of je er veilig kan rondreizen ? Ja, best wel. Gewoon je verstand gebruiken, zoals overal.
5. Turkije – binnenland in plaats van kust
Iedereen kent Cappadocië, maar weinig mensen gaan verder naar het oosten. In steden zoals Kayseri eet je een volledig diner voor de prijs van één cocktail in Amsterdam. Ik was verbaasd hoe modern én traditioneel het er tegelijk voelde.
6. Slovenië – slim plannen
Slovenië wordt elk jaar populairder (en dus duurder). Maar als je Bled even laat voor wat het is en kiest voor bijvoorbeeld Bohinj of de Vipava-vallei, betaal je de helft en krijg je net zo’n “wow”-moment.
7. Mexico – Yucatán overslaan
Tulum ? Te duur. Cancún ? Druk. Maar Oaxaca… *man*, dat is een droom. Betaalbaar streetfood, kleurrijke markten en een culturele rijkdom waar je niet op uitgekeken raakt.
8. Montenegro – klein maar charmant
Kotor wordt druk, maar ga iets verder naar Herceg Novi of het binnenland en je ziet hoe relaxed en vriendelijk het er eigenlijk is. Zelfs in hartje zomer vind je nog betaalbare pensionnetjes.
9. Letland – Riga en daarna verder
Riga is prachtig, maar de echte prijsvoordelen zitten in kleinere steden zoals Cēsis. Verwacht bossen, stilte en cafés waar je een latte drinkt voor de helft van de West-Europese prijs.
10. Jordanië – slim timen
Jordanië wordt vaak geassocieerd met dure Petra-tickets (en ja, die zijn prijzig), maar als je in het voorjaar of najaar reist en kiest voor lokale homestays, kun je de kosten enorm drukken. Wadi Rum bij zonsopkomst is iets wat ik echt nooit ben vergeten.
11. Georgië – eten, wijn en gastvrijheid
Ik zeg het al jaren : Tbilisi is één van de gezelligste steden die er zijn. Het eten is stevig, kruidig en goedkoop. En de bergen in Svaneti ? Pure stilte. Echt een bestemming die nog voelt alsof je iets “ontdekt”.
12. Tunesië – terug van weggeweest
Veel reizigers hebben Tunesië sinds een paar jaar weer opgepikt, en terecht. De kustplaatsen zijn betaalbaar, maar het binnenland – denk aan Tozeur – is echt een andere wereld. Palm-oases, zoutvlaktes, stilte… en prijzen waar je blij van wordt.
Hoe vind je betrouwbare lokale info (en geen toeristenvallen)?
1. Lokale kranten of culturele websites
Daar krijg je vaak het echte verhaal : evenementen, openingstijden die wél kloppen, waarschuwingen voor drukte, enzovoort.
2. Openbaar-vervoersites
Niet spannend, wel goud waard. Je weet meteen of je beter een regio laat vallen omdat je er drie keer moet overstappen.
3. Reisgroepen met locals
Kies niet voor groepen met duizenden “wannabe influencers”, maar groepen waar locals vragen beantwoorden. Je merkt het verschil meteen.
4. Kleine lokale blogs
Niet de gesponsorde mastodonten, maar de kleine sites waar iemand écht vanuit zijn buurt schrijft. Je vindt er dingen die nooit op TripAdvisor zullen verschijnen.
Tot slot : waar ga jij in 2026 heen ?
Ik ben benieuwd : kies je voor één van deze 12 bestemmingen ? Of heb je zelf al een plek op het oog waar je met een klein budget toch dat grote-vakantiegevoel krijgt ? Laat het vooral even bezinken – en plan slim. 2026 wordt een mooi reisjaar, als je het mij vraagt.